Videogames behoren tot de belangrijkste vrijetijdsactiviteiten in Europa en worden zowel door volwassenen als kinderen gespeeld. Voor (groot)ouders, begeleiders en leerkrachten is voorkennis van de inhoud van een spel belangrijk. Hoewel de meeste games geschikt zijn voor het merendeel van de spelers (3 of 7), zijn er veel spellen alleen geschikt voor tieners. Een minderheid van de videogames (minder dan 10 %) is speciaal voor volwassenen gemaakt en heeft een PEGI 18-advies.

 

https://youtu.be/3GHe4UWBDikHIER EEN PAAR NUTTIGE TIPS

Het is niet altijd gemakkelijk voor (groot)ouders, begeleiders en leerkrachten om keuzes te maken over videogames, vooral als ze niet helemaal vertrouwd zijn met de spelcultuur. Toch is het aan (groot)ouders, begeleiders en leerkrachten om te beslissen wat kinderen mogen zien of spelen.

1.    Zoek altijd naar de PEGI-leeftijdsclassificatie op de verpakking van het spel of in de digitale winkel.

2.    Lees op deze website of elders online een samenvatting of beoordeling van het spel. In het ideale geval, speel videogames met je kinderen, het is de beste manier om over hen te leren.

3.    Let op (klein)kinderen als ze spelen en praat met hen over de games die ze spelen. Ze zullen je graag uitleggen wat ze leuk vinden. Leg uit waarom je denkt dat bepaalde spellen niet geschikt zijn.

4.    Spreek met (klein)kinderen bepaalde grenzen af (leeftijd, speelduur, uitgaven, online interactie) en controleer ze met behulp van ouderlijk toezicht.

5.    Online games worden gespeeld in virtuele gemeenschappen, zodat spelers kunnen communiceren met onbekende medespelers. Wijs (klein)kinderen erop om geen persoonlijke gegevens vrij te geven en ongepast gedrag te melden.

HOE KAN IK ZIEN OF EEN SPEL GESCHIKT IS VOOR EEN KIND?

De leeftijdsclassificatie van het spel staat op de voor- en achterkant van de doos en in de digitale winkel. Het leeftijdslogo wordt getoond in reclame voor het spel, in de gamegidsen op deze website en is terug te vinden in de PEGI database (informatie beschikbaar in het Nederlands). Aarzel niet om advies te vragen aan verkopers die gekwalificeerd zijn om informatie over PEGI te geven. Zo ben je er zeker van dat de videogame die het kind zal spelen de geschikte leeftijdscategorie heeft.

TOOLS VOOR OUDERLIJK TOEZICHT

Het is belangrijk dat (groot)ouders een dialoog aangaan met hun (klein)kinderen over de games die ze graag spelen. Om grenzen te stellen, kunnen hulpmiddelen voor ouderlijk toezicht een nuttig instrument zijn voor dat gesprek.

Alle spelplatformen en -apparaten (consoles, handhelds, smartphones en tablets) zijn uitgerust met systemen voor ouderlijk toezicht, waarmee (groot)ouders het spelgedrag van hun (klein)kinderen volgens verschillende parameters kunnen controleren. Met deze controle- instrumenten kunnen (groot)ouders :

·      Selecteren welke games kinderen mogen spelen (tot een bepaalde PEGI-leeftijdsclassificatie)

·      Digitale aankopen controleren en beperken

·      De speelduur instellen die kinderen kunnen besteden aan het spelen van videogames

·      De toegang tot het surfen op het internet beperken door een filter

·      Het niveau van online interactie (chat) en uitwisseling van gegevens (user generated content) controleren

Deze instrumenten worden voorzien door de sector om (groot)ouders te kunnen helpen bij het vastleggen van regels die voor hen en hun (klein)kinderen werken. De autonomie van de (groot)ouders wordt gerespecteerd: het is de (groot)ouder die beslist wat een (klein)kind mag doen of niet.

OVER PEGI

De videogamesector is al lang actief op het vlak van leeftijdsclassificaties. Het PEGI-systeem werd in 2003 gelanceerd en zijn efficiëntie is gebaseerd op het vermogen om de consument bij aankoop van passend advies te voorzien. De classificatie houdt rekening met de aard van de inhoud en de aanbevolen leeftijdsclassificatie is gebaseerd op criteria die door deskundigen voortdurend worden beoordeeld.

PEGI wordt in heel Europa gebruikt en erkend – spellen met een PEGI-beoordeling worden vandaag de dag in meer dan 38 landen aangeboden – en het systeem heeft de steun van de Europese Commissie. Het wordt beschouwd als een model van Europese harmonisatie op het gebied van de bescherming van kinderen.