Internationale kampioenschappen en een prijzenpot die tot in de miljoenen oploopt: esports zijn populairder dan ooit. Vanwaar komt dit succes en wat gaat er achter schuil? Welkom in de wonderlijke wereld van competitieve videogames.

 

Winnen. Het is in heel wat videogames het hoogste doel. Of je nu een computergestuurde eindbaas inmaakt of een vriend die naast je op de sofa zit: het is een geweldig gevoel om beter te zijn dan iemand anders. Professionele esporters trekken die ervaring naar een heel ander niveau. Ze willen niet de beste zijn van hun vriendenkring. Ze willen de beste van de wereld zijn.

Ondanks het feit dat esports geen klassieke sport zijn (en de naam esports dus wat ongelukkig gekozen blijkt), is het evenmin mogelijk om door te stoten tot de absolute top zonder professionele omkadering. De topteams – zeg maar de Champion’s League van de esports – volgen gedisciplineerde trainingsschema’s. De esporters perfectioneren hun skills en strategie heel wat uren voor het scherm, maar ze moeten ook fysiek en mentaal topfit zijn.

De vereenzelviging van esports met louter voetbal of virtuele sporten klopt al helemaal niet. Net zoals “sport” meerdere disciplines omvat, bestaat ook esport uit verschillende specialisaties, elk met hun eigen vedetten. Spelers die goed zijn in het strategische League of Legends, hebben doorgaans niet de specifieke vaardigheden om ook uit te blinken in een vingervlug schietspel zoals Valorant. Logisch, je zal Kevin De Bruyne ook niet snel in de finale van Wimbledon zien. Wel zijn er grote teams, zoals G2 Esports of Team Liquid, die verschillende gespecialiseerde spelers onder contract hebben en dus wel voor de knikkers meedoen in verschillende disciplines.

Wat maakt een videospel nu geschikt voor esports? Een gouden succesformule is er niet, maar de populairste esports hebben eenvoudige basisregels en een hoge spektakelwaarde. Want zonder kijkers, stuikt het volledige ecosysteem van spelers, teams, coaches, organisatoren en commentatoren volledig in elkaar. Bijna drie op de vier kijklustigen is jonger dan 35 jaar, wat esports voor grote merken en sponsors een ideale manier maakt om een doelgroep te bereiken die via traditionele marketingkanalen almaar moeilijker te bereiken is. Vandaar dat iedereen die esports wedstrijden organiseert, daarvoor ook de uitdrukkelijke toestemming moet krijgen van de uitgevers van de game die gespeeld wordt.

Je boterham verdienen met esports is niet onmogelijk, maar dan zal je wel het Belgische niveau moeten ontstijgen. Heel wat spelers proberen op lokaal niveau bekendheid (zeg maar fans) te verwerven zodat ze worden opgepikt door grote, internationale teams. De charme aan esports is dat elke speler in principe aan toernooien kan deelnemen. De kans dat je het moet afleggen tegen een (semi)-professionele speler is niet klein, maar om het met een boutade te zeggen: elke wedstrijd moet gespeeld worden. Het lage opstapje zorgt er ook voor dat nieuw talent snel en gemakkelijk ontdekt kan worden. Dat is wellicht een verklaring voor de soms erg jonge leeftijd van professionele esporters. Het is met andere woorden niet geheel ondenkbaar dat jouw zoon of dochter de nieuwste esports sensatie wordt, maar net zoals dat het geval is met influencers: je bent lang niet de enige die zijn weg zoekt richting de roem, dus hou in ieder geval een plan B achter de hand.

Wie nog meer wil weten over deze boeiende en groeiende sector, kan er deze uitgebreide whitepaper (link in het Engels) op naslaan.

Cover: (c) Kirill Bashkirov