Wie videogames speelt, voelt zich beter in zijn vel. Dat is de conclusie van een onafhankelijk onderzoek op basis van spelersdata dat werd uitgevoerd door het Oxford Internet Institute. 

We spelen meer en meer videogames. Het is een vorm van entertainment die niet meer weg te denken is uit onze samenleving. Onderzoekers, beleidsmakers en begeleiders stellen zich dan ook de vraag welke invloed die almaar langere passages richting digitale oorden hebben.

 

Waar game onderzoek zich in de voorbije decennia nog toespitste op het bestuderen van de negatieve effecten – overigens zonder weinig coherente resultaten – is er tegenwoordig meer interesse voor de effecten van het spelen van videogames op het (mentale) welzijn van de spelers zelf. Recent onderzoek van de universiteit van Oxford (link in het Engels) toont een lichte correlatie tussen het spelen van videogames en een goede mentale gezondheid.

 

Om de benodigde data te vergaren werkten de onderzoekers intensief samen met de gamesector. Electronic Arts en Nintendo of America nodigden massaal spelers van respectievelijk Plants vs. Zombies: Battle for Neighborville en Animal Crossing: New Horizons uit om aan de studie deel te nemen. Vervolgens verschaften ze de onderzoekers een schat aan (geanonimiseerde) spelersdata om naast de antwoorden van die enquêtes te leggen. Het is de allereerste keer dat échte spelersdata wordt gebruikt in een game onderzoek. Hoewel de onderzoeksresultaten volledig onafhankelijk tot stand kwamen, zonder enige financiële betrokkenheid van de gamesector, zou dit onderzoek zonder hulp van de sector niet mogelijk of op zijn minst een stuk minder representatief zijn geweest.

 

Deze studie is dus niet enkel waardevol omwille van het positieve waargenomen effect, maar ook omwille van de succesvolle samenwerking tussen de gamesector en het academisch veld. Verwachting is dan ook dat er nog gelijkaardige studies zullen volgen.